Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 18 april 2016

Genealogisch blog 52



Nalatenschappen

Al geruime tijd ben ik ervan op de hoogte, dat Jan van Haeften (1950) als vrijwilliger/onderzoeker verbonden is aan Kamp Amersfoort, of zoals het in de oorlog officieel heette het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA). Tegenwoordig is de formele naam Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Tijdens een ontmoeting een aantal jaren geleden spraken we uitvoerig over het kamp, waarvoor mijn grootvader als kweker verplicht groenten kweekte op een deel van zijn bedrijf. Als mijn grootvader de groenten wegbracht, gooide hij regelmatig wat over het hek voor de gevangenen. Ook spraken we over de groepen gevangenen, die van station Amersfoort over de Kapelweg naar het kamp liepen. En de omgekeerde route om afgevoerd te worden naar de vernietigingskampen. Een indrukwekkende colonne, zei mijn grootvader altijd.


Kapelweg, Amersfoort
Gevangenen op de Kapelweg in Amersfoort (foto: Archief Eemland)



Afgelopen week ontving ik on-line nummer 44 van het magazine InBeeld van Kamp Amersfoort met daarin een artikel van Jan van Haeften over het ‘Project Nalatenschappen’. Na het artikel gelezen te hebben, wilde ik meer over dat project weten. Dus belde ik Jan, die me maar wat graag wilde informeren over het project .

Hij vertelde: Maar……dat is mijn vader…..”.  Ik hoorde en voelde de emoties bij de voor mij onbekende vrouw aan de andere kant van de lijn. Ik belde haar op in verband met mijn zoektocht naar nabestaanden van gevangenen van het PDA, die destijds tijdens WOII naar Duitsland op transport zijn gegaan, daar zijn overleden en van wie nog persoonlijke eigendommen liggen opgeslagen bij het International Tracing Service (ITS) in Bad Arolsen in Duitsland. Ik legde haar uit wie ik was, waarmee ik bezig was en dat ik een lijst met 45 namen van oud gevangenen had gekregen van ITS en dat ik op zoek was naar nabestaanden van deze oud gevangenen. Ik zei tegen haar: “ op die lijst staat de naam van….”  en vervolgens noemde ik de naam van de man naar wiens nabestaanden ik op dat moment op zoek was. Haar reactie zette mij onmiddellijk op de ‘scherpe empathie stand……….

Niet wetende dat het mij zo veel zou brengen, in verschillende opzichten, reisde ik in mei 2012, samen met onze toenmalige directeur, naar Bad Arolsen in Duitsland, naar het ITS om daar te overleggen en afspraken te maken over het Project Nalatenschappen. Op zich is een bezoek aan het ITS alleszins de moeite waard; overweldigend wat daar allemaal aan gegevens, data en goederen ligt opgeslagen van de nazislachtoffers uit de tweede wereldoorlog.  Daarbij ook veel persoonlijke eigendommen van gevangenen uit de diverse concentratiekampen. Hoewel door het Rode Kruis direct na de oorlog al veel initiatieven werden genomen om personen en goederen te traceren en te repatriëren zijn er nog veel persoonlijke eigendommen niet terug bij eigenaren of rechthebbende verwanten. Zo ook van veel gevangenen van het PDA, die destijds werden overgebracht naar Duitsland. We werden volledig bijgepraat, kregen een rondleiding door het enorme complex en maakten afspraken over de te volgen werkwijze en privacy aspecten. En tenslotte konden we aan de hand van gedigitaliseerde overzichten een lijst samenstellen met 45 namen van oud PDA-gevangenen van wie nog eigendommen bij ITS liggen opgeslagen.

Jan van Haeften
Jan van Haeften
Jan liet een korte stilte vallen, waardoor ik me realiseerde hoe beklemmend ik het vond om in Auschwitz al die brillen en protheses te zien en daarbij te bedenken, dat dat nog de enige herinneringen zijn aan allen die zijn vergast.
Jan ging weer verder: van de 45 zoektochten konden er 39 met succes worden afgesloten. Van de overige zes zijn er vier waarbij weliswaar relaties werden gevonden, maar waarbij na het eerste contact nooit een vervolgcontact tot stand werd gebracht, ondanks toezeggingen door betrokkenen. Blijven nog twee cases over; bij één werd helemaal geen succes behaald en heeft een open eind gehouden.
Terug naar eerder genoemde vrouw, die door de telefoon met moeite kon bevestigen dat de man op mijn lijst en wiens naam ik noemde, haar vader was. Nadat zij van de eerste schok was bekomen vertelde zij mij het volgende. Op een ochtend in het najaar van 1944 stond zij bij de wasbak van haar vader te kijken hoe hij zich stond te scheren. Plotseling kwamen er enkele Duitse militairen met veel kabaal binnen, arresteerden haar vader en namen hem mee.  Het laatste wat vervolgens nog van hem werd vernomen was het bericht dat hij enkele maanden later in het concentratiekamp in Duitsland was gestorven en in een massagraf onder ongebluste kalk was begraven. Nadien werd nooit meer enige informatie ontvangen. En nu, zeventig jaar later, belde een onbekende man op met de mededeling dat hij in bezit was van de portemonnee van haar vader en deze graag aan haar wilde overhandigen.
Onwillekeurig denk ik ook terug aan een bezoek aan concentratiekamp Theresienstadt, waar we die zaterdag nagenoeg de enige gasten waren. Nog krijg ik kippenvel, wanneer ik het geluid van klapperende celdeuren op één van de binnenplaatsen in mijn herinnering terugroep. 

Kamp Amersfoort
Overdracht van nalatenschappen aan familie (foto: Kamp Amersfoort)

Jan vervolgde zijn verhaal: Een andere casus die me bij zal blijven was die van een vrouw, wier vader ook tijdens de oorlog werd gearresteerd en nadien nooit meer is thuisgekomen. Toen haar vader werd gearresteerd was de moeder van deze vrouw van haar in verwachting, dus de vrouw heeft haar biologische vader nooit gekend. Moeder is later wel hertrouwd, maar aan deze stiefvader had de vrouw alleen maar heel slechte herinneringen; verwaarlozing en mishandeling. Met gevolg dat intens verdriet  en onmogelijk te vervullen verlangen het leven van deze vrouw hebben getekend. Te horen dat er persoonlijke eigendommen van haar biologische vader voorhanden waren en dat deze haar binnenkort zouden worden overhandigd leidde tot heftige emoties bij deze vrouw.

Dat de betrokken personen uitzagen naar de zogenaamde overdrachtsdagen laat zich raden; het waren dagen waarop veel dank, waardering en emoties werden uitgewisseld. Maar het ging ook wel eens anders. Toen ik belde met de weduwe van een oud gevangene, reageerde zij met: 


“Meneer, u doet prachtig werk en u moet daar zeker mee doorgaan, maar wilt u mij nooit meer bellen. Mijn man heeft gedurende de oorlog in concentratiekamp Neuengamme gezeten. Hij is nadien wel weer thuisgekomen, maar was zo getraumatiseerd dat mijn huwelijk een hel is geweest. Ik ben hem altijd trouw gebleven en heb hem altijd ondersteund, maar de oorlog was voor mij pas voorbij toen hij – nu 7 jaar geleden – stierf. Ik besloot toen om het verleden helemaal af te sluiten en mijn leven opnieuw te beginnen. Ik wil daarom op geen enkele manier nog met die oorlog geconfronteerd worden.”

Uiteraard diende het besluit van deze vrouw gerespecteerd te worden. Het zat bij haar zo diep dat zij mij zelfs niet toestond om de zaak verder met een neef van haar af te handelen.

Ik moet gaan afsluiten zei Jan: Zoektochten naar nabestaanden van overleden gevangenen uit WOII zijn ondernemingen die vragen om veel geduld en inventiviteit, maar ook om compassie en respectvolle bejegening.

In de tijd dat ik hiermee bezig ben voor  kamp Amersfoort ben ik me dat steeds meer bewust geworden. Ik ben niet zo maar bezig met een speurtocht, maar ik dring binnen in heel persoonlijke geschiedenissen. Bij ieder contact met nabestaanden ontmoet ik reacties die wijzen op een diepe impact, heftige herinneringen, soms gepaard aan sterke emoties. Elk dossier heeft zijn eigen geschiedenis, eigen achtergronden, eigen emoties. Dat blijkt uit de vele verschillende reacties bij het eerste telefonische contact. Het is prachtig om die te mogen aanhoren en vaak voel ik de neiging om dieper achtergrondonderzoek te doen. Maar wanneer de benaderde persoon inderdaad familie blijkt te zijn van de betreffende omgekomen gevangene dan is mijn zoektocht geslaagd en de missie volbracht.

Ik wil wel benadrukken, dat het initiatief tot de overdracht van de nalatenschappen uit Duitsland afkomstig is en dat het is goed respect te hebben voor hen die de feitelijke handelingen van de overdracht uitvoeren; medewerkers van ITS.  Zo’n overdracht heeft een nog diepere dimensie dan we ons wellicht bewust zijn.

Ik dank Jan voor het vertellen van zijn verhaal. Ik heb tot slot nog één opmerking, liet hij weten: mijn uiteenlopende ervaringen deden bij mij de bizarre vraag opkomen: Wanneer eindigt de Tweede Wereldoorlog?

Enkele dagen later stuurde Jan me een paar krantenartikelen toe met verslagen van twee recente overdrachten van nalatenschappen. Jet de Jong uit Papendrecht merkt daarin op: 


“Mijn vader, die in 2008 op 84-jarige leeftijd overleed, heeft altijd veel gesproken over de verschrikkingen van de oorlog. Maar iets tastbaars van hem mee naar huis mogen nemen, geeft al die verhalen toch een andere dimensie.”

In het andere artikel het verslag van de overdracht van de portemonnee met inhoud van Henk Hilhorst uit Eemnes. Zijn dochter en zijn broer Cor namen de spullen in ontvangst. Op de vraag wat hij met de spullen van Henk ging doen antwoordde Cor:


“Bewaren, en zo de geschiedenis in ere houden. Want de werkelijke waarde der dingen ligt niet in de dingen zelf, maar in de waarde, die wij eraan hechten. De vijf knopen, de spijker, de sleutels en het ventiel verhalen een kolossale tragedie.”



Tiel, 18-04-2016

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten