Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 14 juli 2016

Genealogisch blog 74



Ontmoeting in Ned. Indië

In Genealogisch blog 2 heb ik verteld, dat twee broers van mijn moeder, voor een groot gedeelte tegelijk, in het voormalige Ned.-Indië als dienstplichtig soldaat hun plicht hebben gedaan. Ze moesten daar in de voormalige Nederlandse kolonie “vrede en orde” brengen onder de bevolking. Na de Japanse bezetting van Ned.-Indië, maar ook daardoor aangemoedigd, hadden Soekarno (1901-1970) en Hatta (1902-1980) op 17 augustus 1945 de onafhankelijke Republiek Indonesia uitgeroepen. Onacceptabel voor de toenmalige Nederlandse regering. Terwijl Nederland met man en macht werkte aan het herstel na de Tweede Wereldoorlog, moesten de Nederlandse belangen in Indië verdedigd worden. In allerijl werden vele duizenden jonge mannen als dienstplichtige soldaten opgeleid en naar Indië gezonden om die opstandige peloppers even een lesje te leren.  

Frans en Bertus Bosman
Dienstplichtige soldaten Frans (l) en Bertus (r) Bosman
Frans Bosman (1926-2006) vertrok op 20 juni 1947 met ms. “Sloterdijk” naar Ned.-Indië. Hij maakte deel uit van het 4e Regiment van de 6e Compagnie Infanterie, kortweg 4-6 R.I., beter bekend als de “Bokkenrijders”. Frans werd in Ned.-Indië gelegerd in en rondom Semarang op Midden Java. Hij kwam na meer dan 2½ jaar (veel langer dan te doen gebruikelijk) eindelijk weer thuis op 25 februari 1950!

Op 28 augustus 1947 vertrok ook Bertus Bosman (1927-1993) met het troepentransportschip “Kota Inten” vanuit Rotterdam naar Ned.-Indië. Hij zou daar 14 maanden blijven en thuisvaren in november 1948, volgens een kaart althans die aangelegd moet zijn bij zijn aankomst in Ned. Indië. Hoe anders zou het verblijf in Indië voor ook Bertus uitpakken. Hij kwam pas ruim een half jaar later weer terug naar Nederland. Bertus vertoefde in Ned.-Indië in Soerabaja en wijde omgeving, de Oosthoek, zoals de manschappen dat deel van Java noemden.

Uit brieven, die Bertus naar huis stuurde, valt op te maken, dat de broers elkaar regelmatig geschreven hebben. Met Kerst 1947 wilden ze elkaar in Soerabaja ontmoeten. Op 21 december 1947 zou Frans voor een week vanuit Semarang in Soerabaja aankomen, waar Bertus weer teruggekeerd was na een actie op Madoera. Maar omdat op 19 december 1947 de Tweede Politionele Actie begon, werd het verlof van Frans ingetrokken. Zijn legeronderdeel was actief bij de operaties op Midden Java. Aan Bertus ging de Tweede Politionele Actie volledig voorbij, omdat hij in het ziekenhuis van Soerabaja lag. Hij maakte in Soerabaja ook de jaarwisseling 1948-1949 mee, terwijl hij net uit de ziekenboeg was. Hij beleefde geen plezier aan de jaarwisseling, zoals hij schreef: 


"Nou over oude jaar valt niet veel te vertellen. Ik was toen net uit de ziekenboeg en als je Soerabaja in wou moesten we ons wapen meesjouwen, dus dat was niet veel, maar ja we zullen hopen dat het dit jaar beter is."

De drijvende kracht achter de Tweede Politionele Actie was oud-premier en KVP’er Louis Beel (1902-1977), de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Nederlands-Indië. Beel vond dat de Republik Indonesia moest verdwijnen, daarna zou dan de onafhankelijkheid van Indonesië met gematigde krachten vorm gegeven kunnen worden. Om de Republik Indonesia te laten verdwijnen moest Djokjarkarta, waar de regering van de Republiek zetelde, ingenomen worden.

De datum van 19 december was gekozen, omdat Beel en de zijnen verwachtten dat de regeringsvertegenwoordigers van de Amerikanen en de Britten al met Kerstreces zouden zijn en de Nederlandse Regering daardoor meer speelruimte zou hebben, voordat de internationale kritiek zou losbarsten. Een naïeve misrekening!

Bertus en Frans Bosman
Bertus (l) en Frans (r) Bosman ontmoeten elkaar in Ned.-Indië


De volgende gelegenheid om zijn broer in Semarang te bezoeken greep Bertus met beide handen aan. Hij had verlof en wilde onaangekondigd zijn broer bezoeken. In Soerabaja stapte hij op 18 mei 1948 aan boord van een vliegtuig voor de reis van 400 km naar Semarang. Hij schreef daarover:


"… en ik had nog nooit in een vliegtuig gezeten, dus dat was iets aparts voor mij."

In Semarang probeerde Bertus nog dezelfde dag met de trein door te reizen. Omdat de trein echter al weg was, moest hij wachten tot de volgende dag om de laatste 125 km tot de legerplaats van zijn broer te overbruggen. De volgende dag om 14.00 uur omarmden de broers elkaar. Bertus schreef daarover:


"’s Middags om 2 uur was ik bij hem. Hij is cantine-baas en had de cantine op slot. Ik klopte, maar er werd niet opengedaan. Toen heb ik maar eens geroepen. Nou je had toen eens moeten zien, hoe gauw de deur open was, toen hij m’n stem herkende. Hij had me helemaal niet verwacht, want hij wist nergens van. Nou ik heb het reuze naar mijn zin gehad. Die 14 dagen vlogen om en hij had ook een gezellige cantine."

Als kantinebaas zorgde Frans voor goedkope toiletartikelen voor zijn collega’s. Hij kocht die artikelen in bij plaatselijke Chinezen. Hij organiseerde ook veel entertainment voor de jongens in de kantine. 

Bertus en Frans Bosman
Frans (l) en Bertus (r) Bosman samen in Soerabaja

Hun  moeder reageerde in haar brief van 6 juni 1948 aan Bertus op diens bezoek aan zijn broer. Zij dacht, dat de mariniers een soort excursie naar Midden Java gemaakt hadden en dat Bertus toen zijn broer bezocht had en wat kleren voor hem meegebracht had. Natuurlijk heeft Bertus zijn ouders per brief op de hoogte gesteld van de ontmoeting met zijn broer. Dat zijn moeder die ontmoeting in haar reactie wat romantiseerde valt haar niet kwalijk te nemen.

Na twee gezellige weken reisde Frans met zijn broer mee terug naar Semarang. Daar nam Bertus weer het vliegtuig naar Soerabaja. Vandaar was het nog eens 200 km naar Tjondro waar zijn post was. Hij zat weliswaar weer bij zijn vrienden, maar het was een tijd van wachtlopen en vervelen. In zijn eigen woorden:


"We hebben hier helemaal niets te doen. Misschien is het beter zo. Maar wij, de jongens hier, zouden maar veel liever willen dat ze er een eind aan maakten. Want dat iedere dag niets doen is ook niets."

Uit de woorden van Bertus valt op te maken, dat de jongens erg begonnen te verlangen naar het einde van hun verblijf in Ned.-Indië, maar ze hadden nog zo lang te gaan.



Tiel, 14-07-2016

Meer weten? Lees:
Paul Welling, Ze spraken er niet over. Twee Amersfoortse broers in Nederlands-Indië. Soest : Boekscout 2015. 156 blz.  Index. ISBN 9789402219401. Prijs € 18,15. Te bestellen via boekscout.nl


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten