Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 13 juli 2017

Genealogisch blog 201



De Solex van opa

Al eerder schreef ik in dit blog over de Solex van mijn opa. De vader van mijn moeder kon niet autorijden en had derhalve zelf geen auto. Het kleine transport, dat hij voor de bedrijfsvoering van zijn kwekerij annex hoveniersbedrijf zelf uitvoerde, deed hij tot ver in de jaren ’50 van de vorige eeuw met de bakfiets en later met zijn Solex.
Natuurlijk had het bedrijf van opa wel degelijk de beschikking over auto’s. Twee voor zover ik me herinner, twee Volkswagens, een busje en een pick-up. Dat de bedrijfsauto’s van Volkwagen waren, was niet verwonderlijk. Een van de grootste klanten van opa voor de aanleg en het onderhoud van hun tuinen was de Amersfoortse familie Pon. Ik ben een keer mee geweest om in de tuin van een van de Ponnen te werken. Het huis leek wel een paleis. De tuin bijwerken was voor drie man een dag werk. Het grasveld was zo groot, dat een van de mannen jet gras met de motormaaier moest korten.
De firma Pon was importeur van Volkswagen. Aanvankelijk bestuurden twee mijn ooms van mij, van wie er later een de zaak van opa zou overnemen, de Volkswagens. Maar de sleutels werden ook wel toevertrouwd aan werknemers. Waren de Volkswagens beide in bedrijf en had opa nog een vrachtje dat naar de veiling in Utrecht moest, dan riep hij de hulp in van een collega, die toevallig ook die kant op moest.

Garage Pon
Garage Pon aan de Arnhemseweg in Amersfoort, 1956

Ik kan me nog herinneren, dat opa eigenlijk zeer kwaad was, toen hij voor de tweede keer zakte voor het afrijden. Nog steeds hij had het fel begeerde rijbewijs niet. Hij nam weer een paar lessen. Tevergeefs, ook voor de derde keer zakte hij. De rijschoolhouder adviseerde hem, toen hij zich weer aanmeldde voor nieuwe lessen, dat niet in een schakelauto te doen, maar in een DAFje met zijn traploze automatische versnelling. In het wagentje met het pientere pookje zou opa minder handelingen hoeven te verrichten en zou hij zich beter op het overige verkeer kunnen richten.
Maar ook bij de eerste keer afrijden in een DAF lukte het opa niet zijn rijbewijs te halen. Hij wilde het daarna nog een keer proberen. Dus nam hij weer wat lessen. Ook voor het vijfde rijexamen zakte hij. De rijschoolhouder gaf hem toen het advies helemaal te stoppen met auto leren rijden. Hij was te opvliegend van karakter en te ongeduldig om ooit veilig een auto te kunnen besturen.
Wanneer opa tijdens zijn rijlessen een fout maakte, dan moest de instructeur het ontgelden. Of een andere automobilist, die toevallig net ook op de plek was waar mijn opa zijn fout maakte. Toch was opa een zachtaardige en gemoedelijke man, alleen in het verkeer kwam er iets over hem heen, waardoor menige rijinstructeur bang voor hem werd. En tijdens het kaarten gebeurde ongeveer hetzelfde. Opa was in staat over de tafel te komen, wanneer je met klaverjassen, als zijn partner, een fout maakte, of niet of verkeerd op zijn seinen reageerde. Hij was bloedfanatiek. Tussen de slagen door wist hij precies te vertellen met welke kaarten de andere spelers op tafel moesten komen. Het gekke was nog, dat opa alleen bij het klaverjassen zo reageerde. Met zwikken gedroeg hij zich als de andere spelers.

Johan Moro in zijn werkplaats, (foto Jill Burnier)

Toen voor opa echt duidelijk was geworden, dat hij nooit zou slagen voor zijn rijbewijs, kocht hij een Solex bij buurman Johan Moro, die twee huizen verderop een fietsenzaak had met achter het winkelhuis een grote werkplaats. Moro verzorgde ook het dagelijkse onderhoud aan de Solex van opa. Voor grote reparaties ging de Solex naar Oom Jan aan de Hogeweg.
Opa begon met een zwarte Solex met een ronde koplamp en zonder beugel om de motor. Na enkele jaren werd deze Solex ingeruild voor het nieuwste model, de motor had een bruine kleur en was omgeven door een beschermende beugel. De grote fietstassen, die opa gebruikte voor het vervoer van allerlei spullen, gingen over op zijn nieuwe aanwinst. Trots als een pauw reed opa door Amersfoort. Het nieuwste model Solex ontwikkelde iets meer snelheid dan het oude model en was makkelijker te bedienen.
 
Solex
Solex
Ik logeerde vaak bij opa en oma. Mijn grootste liefhebberij was het werken met planten. Als kleine jongen had ik aan de Jekerstraat in Utrecht al mijn “eigen” landje waarop ik (on)kruidige gewassen verbouwde. Van opa, die ik vader Bosman noemde in de jaren dat ik bij opa en oma woonde, leerde ik alles over de planten die hij kweekte. Ik leerde stekken, zaaien, grond klaarmaken, verspenen, oppotten, ingraven, toppen, watergeven, de juiste temperatuur instellen. Van de lessen plantenteelt van opa heb ik later in mijn studie aan de Rijks Hogere Tuinbouwschool in Utrecht en in mijn werk bij Handelskwekerij Borgman in Aalsmeer en bij de Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw veel profijt gehad. Opa profiteerde als wederdienst van mijn kennis, die ik in Utrecht opdeed.
Toen ik een jaar of vijftien was, vroeg opa me een keer of ik een bestelling wilde wegbrengen. Ik kon daarvoor gebruik maken van zijn Solex, ik was zo groot, dat ik nooit aangehouden zou worden door een agent, die mijn leeftijd zou willen weten. Ik genoot van die eerste zelfstandige rit op de Solex van opa. Voor mijn gevoel scheurde ik met zeer hoge snelheid door Amersfoort. Maar al gauw ontdekte ik, dat ik met heel hard trappen en zonder gebruik te maken van de motor van de Solex zelfs nog iets meer snelheid ontwikkelde dan met de motor. Zeker wanneer het van de Amersfoortse Berg afging, dan remde de motor alleen maar. Reed je over een hobbelige weg, dan liep je het risico, dat de hendel, waarmee je de motor op het voorwiel zette, terug schoot in de houder, die hem van het voorwiel afhield. Ik genoot desondanks, vooral van verre ritten naar Hoogland, Soest of Leusden.
Tijdens een zomerse vakantie gaf opa me op een morgen opdracht een bestelling naar Bunschoten te brengen. Het besteld bruidswerk werd in een grote doos gepakt, die achterop de Solex werd gebonden. Fluitend reed ik door Amersfoort richting Hoogland, verder onder de A1, toen nog een tweebaansweg, door en tussen de weilanden door naar Bunschoten. Ik belde aan op het opgegeven adres. Vrolijke mensen deden de deur open en vroegen me binnen het bruidswerk uit te pakken. Het huis zat vol feestgangers, de stemming zat er goed in. Ik moest even blijven, hoe meer zielen hoe meer vreugde. Of ik al wel een borreltje lustte. Wij hebben er al eentje op, zei de vader van de bruid. Ik bedankte, want ik moest nog terug naar Amersfoort. Een glas cola kon ik toch niet afslaan. Een klein half uurtje later reed ik terug naar de Kapelweg, nog beduusd van het feestgedruis waarin ik was terecht gekomen.

Flandria
Flandria
Toen ik een paar jaar later zelf een brommer had, een Flandria die makkelijk 70 km/u haalde, besefte ik wat voor trutmobiel een Solex eigenlijk was met zijn geluid van een spinnende kat.


Tiel, 13 juli 2017

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten